West versus Oost

01-10-2016

Omdat we, onder andere door de enorme invloed van internet en andere informatie via social media, ons steeds meer in een globale wereld bewegen en organisaties en ondernemingen - zowel politiek als economisch - iedere dag met de gevolgen en consequenties ervan geconfronteerd worden, is het niet onverstandig om enig inzicht en begrip te hebben van de oosterse ten opzichte van onze westerse denkwijze. De verschillen en de belangen in onze wederzijdse relaties zijn te groot om ze te negeren en wanneer bestuurders van organisaties daar enige structuur in willen aanbrengen, zijn er een 7-tal sterk van elkaar verschillende punten in te onderscheiden, t.w.:

  1. Het Westen, onder aanvoering van het ethisch relativisme van Socrates, sluit als principe het onderscheid tussen werkelijkheid en schijn uit, terwijl de Tai Chi-filosofie in China hiervan doordrongen is. Er bestaat in het Oosten geen strenge grens tussen schijn en werkelijkheid, alles loopt volgens deze cultuur vloeiend in elkaar over en is in wording of in overgang.  
    Door zich sterk op de natuur te richten, zagen de oude oosterse geleerden de afwisseling van de fasen van groei en verval en de twee universele principes het Yin en het Yang, die altijd bij elkaar samenkomen. In de praktijk van alledag weet het Oosten dat het beter is je aan te passen en extreme situaties te vermijden, dan je ertegen te verzetten en het gevaar als het ware op te zoeken. Ze kunnen tot een gevaarlijke vorm van terugval leiden. 


  2. De westerse wetenschap gaat uit van een lineair verband tussen oorzaak en gevolg: factor A bewerkstelligt factor B. Voor het Oosten bestaat er echter geen directe causaliteit, maar is er een unieke onderlinge samenhang van elementen. Ieder deel van het geheel staat in een directe relatie en wisselwerking met de andere delen . . . en met het geheel, wat op zijn beurt weer inspeelt op ieder deel. Het is een complex systeem van oorzakelijkheid, gebaseerd op diepgaande wederzijdse relaties. Deze zienswijze komt heel dicht in de buurt van wat ook de moderne kernfysica beweert.


  3. Volgens Aristoteles, waar het Westen zich op baseert, is de werkelijkheid waar we in leven en werken opgebouwd uit 4 elementen; aarde, water, vuur en lucht. Het 5de element ether, de aanwezige ruimte waarbinnen de overige elementen zich kunnen manifesteren, wordt vergeten en doet niet mee in onze westerse waardering en beleving.
    Het Oosten daarentegen onderscheidt 5 elementen: hout, vuur, metaal, water en aarde. Terwijl het Westen de elementen als op zichzelf staand beschouwt, gaat het Oosten van een directe en hechte verbinding uit van deze elementen met onder andere onze organen en zintuigen, de jaargetijden, planeten, maanden en kleuren, et cetera.

  4. Voor het Westen is de tijd volgtijdig en lineair; er bestaat een verloop en dat biedt een opening voor de idee van progressie en vooruitgang, wat voor het Oosten een illusie is. Daarmee creëert het Westen zowel een begin als een eind of doel.  
    In het Oosten is de tijd circulair, wat inhoudt dat de evolutie volgens deze zienswijze eeuwig duurt en er noch een begin, noch een eind of doel bestaat. Alles verloopt cyclisch, waarbij het Yin en het Yang de enige polen zijn waar alles omheen draait. Niets is van blijvende aard, maar gaat voorbij gedurende het kosmische spel. De tijd is er een van het ogenblik, een tijd die voortdurend voortvliedt en verandert. Idealiter leven de mensen in het Oosten hun leven, zonder iets op de werkelijkheid te hoeven veroveren.

  5. Het Westen gaat bestuurlijk en politiek uit van dualiteit, waarbij het éne direct en confronterend tegenover het andere staat. 
    Het Oosten daarentegen gaat uit van polariteit, waarin een ‘midden’ (Ma) wordt verondersteld en ter verduidelijking geef ik daarvan een voorbeeld. 
    Wanneer je een stok goed in balans op je vinger wilt houden, moet je een midden zien te vinden. Dat vind je – en dat is wat het Oosten vanzelfsprekend bij iedere overweging of keuze doet – door de beide uiteinden (de tegengestelde polen) goed in het vizier te houden en je tezelfdertijd jouw aandacht op het midden te richten. Terwijl de dualistische denkwijze bij westerse besluitvormingen behoorlijk wat energie en weerstand kost, kost deze polaire zienswijze het Oosten veel minder.
     
  6. De westerse cultuur gaat uit van een transcendente (bovennatuurlijke) God of Allah - het begrip voor een totale volmaaktheid - terwijl er voor het Oosten een werkelijkheid bestaat met slechts twee eigenschappen: het Yin en het Yang. Ze vinden fundamenteel en functioneel hun éénheid in 'de wereld der 10.000-dingen’, zoals zij de vele vormen en omstandigheden samengevat noemen.

  7. Voor het Westen staat de persoon voorop, de menselijke waardigheid is een absoluut gegeven en iedere mens heeft naast rechten ook plichten.
    Dit in tegenstelling tot het Oosten, waar mensen in hun relatie ten opzichte van elkaar bestaan. Iedereen bestaat door en bij de gratie van de ander. 

Wat in ethisch opzicht, zijn de consequenties van deze verschillen?
Het westen gaat op zoek naar het Goede in absolute zin. Het streeft ernaar om stap-voor-stap steeds meer morele deugden te verwerven. Terwijl voor het Oosten de onderlinge verhoudingen hoofdzaak zijn en de moraal zich op de wet baseert die al in de menselijke natuur ligt opgesloten. Zo bestaat bijvoorbeeld in China het woord 'vrijheid' niet, omdat alles al met elkaar verbonden is.

En in bestuurlijk en economisch opzicht?
Terwijl het Oosten zich richt op veranderen en op een constante overgang met volop plaats voor chaos en een ‘niet-weten’, probeert het Westen een realiteit te creëren, die zoveel als maar mogelijk deze chaos en dit ‘niet-weten’ tracht te vermijden en te voorkomen. Maakbaarheid en beheersing in het Westen zijn na te streven eigenschappen die vrijwel iedereen in principe na verloop van tijd kan ontwikkelen. Het dagelijkse handelen is sterk op resultaten, opbrengst of winst gericht, terwijl dit in het Oosten de vanzelfsprekende consequenties zijn van de eraan voorafgaande natuurlijke en juiste handelingen. Daarop is dan ook primair hun aandacht gericht!

En in politiek opzicht?
Het politieke Westen onderscheidt twee duale posities: Het individu en het collectief, die beide even sterk ontwikkeld zijn. De samenleving in een westerse staat vraagt van de Overheid om evenzeer over het welzijn van eenieder, als over het welzijn van het geheel te waken. 

Dit in tegenstelling tot het Oosten, waar de twee polen van het individu en van het collectief zwak ontwikkeld zijn. Het er tussenin liggende ‘midden’, bijvoorbeeld vertegenwoordigd door het gezin, de groep en de vrienden. Ze nemen in het Oosten een allesbepalende positie in. 

Het Westen maakt een keurig onderscheid tussen de publieke sector en het privédomein, terwijl het Oosten deze niet van elkaar scheidt. Een westerse Overheid regeert voor, door en met het volk en in het Oosten bestuurt de Overheid de samenleving middels een elitegroep, wat bij de Westerse bestuurders natuurlijk de nodige kritische vragen oproept.

Resumé
Omdat er voor beide denkwijzen, soms wel en soms niet iets valt te zeggen, blijft de belangrijkste vraag over t.a.v. deze verschillen:

Wat kunnen we van elkaar leren?

Wat laten we voor het harmonieus en vruchtbaar met elkaar samenwerken liggen en daar zijn deze 7 onderscheidende punten feitelijk voor bedoeld. Inzicht en kennis van elkaars gezichts- en standpunten, werken vrijwel altijd als olie in een stoef lopende machine.

 

 


Reacties (3)

Han:

03-10-2016 18:41 uur

Mooie blog Robert. Dank je.

maartje:

03-10-2016 12:12 uur

prachtig weer! 'zonder iets op de werkelijkehid hoeven te veroveren' daar kan ik wel een tijdje over door-mijmeren :)

eliane:

03-10-2016 05:48 uur

uitstekende blog over oost versus west denken/levenswijze. Heb blog gedeeld via Facebook. Dank je wel Robert.

Reactie toevoegen



Om veiligheidsredenen vragen wij u de letters van het onderstaande plaatje over te nemen *