Wat voor een ondernemer ben jij, gewoon of bijzonder?
Hoewel geluk en geluksbelevingen niet direct met zakelijkheid te maken lijken te hebben, wil ik dit keer toch de aandacht op dit thema vestigen. Het speelt volgens mij door al het pragmatisme en de zakelijkheid heen, op de achtergrond altijd mee zonder het er uitdrukkelijk met elkaar over te hebben. Of dat verstandig is weet ik niet en om dat te onderzoeken, is deze bijdrage bedoeld.
Valt het je bijvoorbeeld niet op, hoeveel mensen zich druk maken of hun best doen om links of rechtsom gelukkig te willen worden. Nooit eerder in de geschiedenis is er bijvoorbeeld in de media zoveel aandacht aan geluk besteed. Ook al zijn geluk of gelukservaringen subjectieve begrippen die je niet kunt beetpakken, niemand twijfelt aan de heilzame werking ervan en ook niemand streeft bewust naar armoede, tekorten, ziekten of andere niet gelukkig makende ervaringen en dat is op z’n minst vreemd. Want waarom raken we dan toch steeds weer verzeild in conflicten, oorlogen, ruzies en problemen, als we voortdurend naar geluk en welbevinden streven? Moeten we het hier bij laten en ons erbij neerleggen of kunnen wij aan ons eigen geluk ook nog iets doen en zo ja, wat?
Wie wordt er nu niet liever dommer door geluk,
dan door schade en schande wijzer?
Salvador Dali (1904-1989)
Eerst wil ik echter weten wat geluk en welbevinden in de zakelijke context eigenlijk is en hoe ze ons werk beïnvloeden? Wanneer zijn we gelukkig en wat verstaan we onder welbevinden en omdat niemand daar absolute criteria voor kent, lijkt het me veiliger op mijn eigen ondervindingen en ervaringen terug te grijpen.
Terugkijkend op mijn eigen zakenleven zie ik door de diverse geluksmomenten heen een duidelijke rode draad lopen. Als ik me gelukkig of tevreden voel, convergeer ik, d.w.z. val ik samen met de tijd, de ander of met wat er op dat moment aan de orde is. Het is een mix van gevoelens en reflecties erop en je zou het met een mystieke bril op ook een soort eenheidservaring kunnen noemen.
Waar ik mezelf gewoonlijk tegenover de wereld plaats en de ander zie en behandel als iemand waar ik op een bepaalde manier wijzer van kan worden – een soort lopende portemonnee dus – is van convergeren geen sprake en val ik dus nooit met de ander samen. Nog mooier en meer wetenschappelijk verwoord; wanneer me voldaan of gelukkig voelen of tevreden zijn een utopie blijven, kan het object nooit met het subject v.v. samenvallen!
Eenheid en samenvallen klinken heel groot en hebben ogenschijnlijk niets met zakelijkheid te maken. Bovendien lijkt het behoorlijk ingewikkeld, maar is het feitelijk niet.
Iedere keer dat ik de ander onbevangen tot me toelaat, werkelijk met hem of haar in relatie sta en niet te vergeten, me van mijn eigen aanwezigheid en mijn mens-zijn bewust ben, is de kans groot dat ik met de ander samenval en dientengevolge werkelijk contact maak.
We zijn in de zakelijke context niet gewend zo om te gaan met elkaar en in relatie te staan of het er überhaupt samen over te hebben. Integendeel, we voelen ons eerder ongemakkelijk en hebben een soort gêne, waardoor de subtiele gelukservaringen aan onze aandacht dreigen te ontsnappen. Deze gêne-gevoelens geven blijk van een blinde vlek die we ergens tijdens onze opvoeding en scholing collectief en onbedoeld hebben opgelopen. Ons is immers nimmer geleerd of verteld, dat wij in het fascinerende spel van ons eigen bestaan, een betekenisvolle hoofdrol spelen.
Zonder de factor mens verliest dit spel zijn meest inventieve en creatieve speler en zelfs dát is een eufemisme. Feitelijk, als alles behalve wij aan deze evolutie zou deelnemen, was er geen samenleving en economie zoals we die nu kennen en leefden we misschien nog in het stenen tijdperk.
Hoewel we onszelf meestentijds nogal belangrijk vinden – het is waarschijnlijk onze meest belemmerende karaktertrek – wordt met ‘betekenis’ hier toch wat anders bedoeld. Bij de mens in de hoofdrol, bedoel ik met betekenis ‘ons latente vermogen’ dat in het volle licht mag staan en precies dat roept gevoelens van gêne bij ons op. We zijn op dit vlak eigenlijk nog pubers en niet gewend onszelf op die manier in het licht te zetten en er gepast aandacht aan te schenken. Misschien heeft dat met de pseudo-opvoedkundige boodschap te maken die bijna iedereen indertijd van zijn of haar opvoeders heeft meegekregen.
Doe maar gewoon,
dan doe je al gek genoeg!
Een oer-Hollandse volksuitspraak
Excelleren of je kop boven het maaiveld uitsteken is er met een dergelijke en inmiddels tot op de draad toe versleten overtuiging, dan natuurlijk niet bij. Op deze schrale en behoeftige grond, mag de van vermogen bolstaande mens vervolgens zijn creatieve spel proberen op te voeren. Een spel dat zijn brille en aantrekkingskracht verliest, als de hoofdrolspeler door onbekwaamheid verstek laat gaan, waarna gewoonlijk de voorstelling wordt afgelast. Toch gaat dit spel dat nota bene over jouw en mijn unieke en meest authentieke bijdrage gaat, gewoon alsof er niets aan de hand is door!
Laten we echter niet vergeten door al deze verbazing en psychologische beschouwingen heen, naar geluk en welbevinden op zoek te zijn. We willen weten, waarom we zo vaak onbedoeld in ongenoegen, conflicten en problemen belanden of ze over onszelf afroepen. En ook; wat ons latente vermogen überhaupt met éénheid te maken heeft? Waarom zouden we daar gelukkiger van worden?
Allereerst de relatie tussen ons vermogen en deze eenheid. We kunnen nimmer met de ander samenvallen, geluk ervaren, genieten of tevreden zijn, laat staan een betekenis- en zinvolle relatie met anderen opbouwen, als we daar slechts delen of fragmenten van onszelf bij inzetten.
Wat bedoel ik daarmee en wat zijn dat voor fragmenten of delen?
Wanneer we in het spel dat we dagelijks in ons werk en thuis opvoeren, vooral de materiële buitenkant, het met ons lichaam verbonden deel inzetten en aan het woord laten, zonder onze meer dan levendige intelligente binnenkant, onze 'Werkplaats voor de geest' zoals wij hem noemen, en vooral het bezielde deel in ons dat stil en gepassioneerd op dit alles toekijkt erbij te betrekken, kan wie we werkelijk zijn en wat voor unieke talenten en kwaliteiten we feitelijk in huis hebben, er nooit helemaal uitkomen. We zetten onbedoeld niet alles, maar slechts een beperkt deel van het ons ter beschikking staande vermogen in het licht!
Of we daar gelukkig of tevreden van worden, is nu niet zo moeilijk meer en eigenlijk heel eenvoudig te beantwoorden. Hoe kun je nou gelukkig of tevreden zijn, als je bol staat van vermogen en dat slechts mondjesmaat en gefragmenteerd aan de wereld om je heen uitdeelt of ter beschikking stelt. Wie leeft er nou als een paria, terwijl hij feitelijk schatrijk is?
Wordt het niet tijd om de overjarige aanname te herwaarderen die we indertijd als een makke schapen, zonder er verder serieus bij na te denken, in goed vertrouwen van onze ouders en leraren hebben overgenomen? Mogen we onszelf eindelijk de hoofdrol in dit fascinerende spel toe-eigenen?
Wat bijvoorbeeld te zeggen van de meer vruchtbare en in deze tijd veel uitdagender aanname:
Durf maar bijzonder te zijn,
dan doe je al gewoon genoeg!
Robert Rosenboom – Springteam - Werkplaats voor de geest
Reactie toevoegen