De nieuwe bouwstenen voor ons onderwijs

‘Wat wil je later worden?’, is zo’n vraag die oude mensen uit gewoonte aan opgroeiende en nog schoolgaande kinderen stellen. Een vraag uit de oude doos, het paradigma dat op z’n laatste benen loopt. Ons werd die vraag indertijd ook tot vervelens toe gesteld. Een tijd die uitging van rechtlijnig- en voorspelbaarheid, maar dat is nu definitief voorbij.

Meer actuele en aan deze dynamische tijd aangepaste vragen die we aan onze kinderen zouden kunnen en misschien ook wel zouden moeten stellen, zijn:

• • Waar ben je voor bedoeld?
  • Welke bijdrage is belangrijk voor een aantrekkelijke toekomst?
    
    

Op dit soort vragen en op deze leerstof zouden onze scholen en leersystemen zich eigenlijk moeten afstemmen en richten. Leerstof die van zelfonderzoek uitgaat en gericht is op het veelbelovende eigen vermogen van mensen. Een vermogen dat in deze veelbelovende renaissancetijd staat te dringen om naar buiten te komen.

Met deze bouwstenen zouden we onze kinderen moeten inspireren, willen we hen tenminste met actuele en niet met oudbakken en tot de draad toe versleten kennis opschepen, waar we ze eerder mee vervelen dan stimuleren.

Het gaat niet zozeer om wat leerlingen weten, maar veel meer om wie of wat ze zijn! Niemand kent de uitdagingen en de banen van de toekomst en daarom zijn deze vragen ook zo belangrijk voor een jeugd die binnen aanzienlijke tijd het stokje van ons overneemt.
Het maakt hen betere op zichzelf afgestemde mensen, die weten wat hen drijft en oog hebben voor de noden van en de uitdagingen in de wereld.

Daarom:

1. Geef leerlingen toestemming en siimuleer ze om hun nu nog sluimerende vermogen en talenten zo open en vrij mogelijk te ontwikkelen.
2. Leer hen letterlijk hun innerlijke kompas te ont-dekken, door de opgelopen bedekkingen en belemmeringen - waar wij immers zelf ook zo’n last van ondervinden - er één-voor-één vanaf te halen.
3. Gun ze een leven dat hen roept! Niet zomaar een leven, maar een vruchtbaar en vooral een uitdagend leven.

Ieder ander aanbod valt in het niet bij deze aanbevelingen en geeft onze talentvolle opvolgers minder kans om aan het spel nuttig en betekenisvol bij te dragen. Wens voor hen het allerbeste en wanneer je nog wat tijd overhebt, durf ook aan jezelf deze actuele en veel uitdagender vraag te stellen:

‘Waar heeft de toekomst mij voor nodig?’