De democratie van de minderheid

23-12-2015

Het functioneren van de huidige samenleving gaat uit van een meerderheid en ik vraag me af of dat nog wel effectief, coöperatief en productief is. Wat te denken van een samenleving die de standpunten van een minderheid vertegenwoordigt, is dát misschien een idee en wordt het niet hoog tijd daar eens serieus mee te oefenen?

De mantra van de op Westerse leest geschoeide democratieën of wat ervoor doorgaat, is; de meerderheid beslist! Ons hele politieke systeem is erop gebaseerd, want iedere partij laat niets onbenoemd en benut iedere gelegenheid, om met overtuigende en gladde praatjes zoveel mogelijk leden te paaien. De gewillige volgers die bij iedere verkiezingscampagne hun stem aan de partij geven die het grootst is of wordt. Die zou, althans volgens de heersende opvatting, het beste hun belangen dienen en heeft of krijgt de meeste invloed. Dat is volgens mij echter wel een mooi verhaal, maar klopt in de praktijk niet. Want naast zo’n systeem iedereen tot egocentrisch gedrag uitnodigt en eigenbelang propagandeert, blijft ondanks jarenlang politiek geworstel en gesteggel, toch vrijwel alles bij het oude en vertrouwde en verandert er nauwelijks iets. Noch steeds worden de rijken almaar maar rijker, de machtigen almaar machtiger en ons leven almaar gecompliceerder en onvrijer. Het zijn vrijwel dezelfde geluiden en argumenten waar ook mijn vader en moeder en voordien diens ouders over klaagden.

In tegendeel; als er iets is wat de huidige politiek en haar leiders tot nu toe juist niet doen, dan is het wel daadkrachtig beslissen of stevige knopen doorhakken. Hoezo de meerderheid beslist? Integendeel, het politieke systeem met haar woordvoeders voorop, doen constant water bij de wijn en zorgen ervoor dat de besluitvorming traag en log wordt en er veel te weinig daadkrachtig wordt opgetreden. De consequentie daarvan zien we in de stand van zaken gereflecteerd. Veel van d problemen en dilemma’s worden zonder blikken of blozen naar de toekomst van onze kinderen doorgeschoven. Iedereen blijft zitten waar hij zit en de status quo viert hoogtij!

Overdrijf ik en zie ik het te zwart/wit? Misschien en misschien ook niet.

Één voorbeeld zegt meer dan duizend woorden
De onlangs afgesloten milieuconferentie in Parijs de COP21, om maar één aansprekend voorbeeld te noemen, laat ondanks één voor twaalf volgens sommigen, duidelijk zien, hoe moeilijk het binnen dit systeem is om de mondiale politieke leiders op één lijn te krijgen. Waarom leeft niet gewoon iedereen de regel na ‘de vervuiler betaalt’, in plaats van de verantwoording van de milieubelasting gemakshalve op ons als samenleving af te wentelen? Zolang de vervuiler de consequenties van zijn handelen niet in zijn portemonnee voelt, blijft het dweilen met de kraan open. De betreffende onderneming, als één van de leden van deze meerderheid, is opgevoed met maar één ding, eerst mijn economische belangen veiligstellen . . . en daarna zien we wel verder. Dát is de onderliggende boodschap die hij van deze economie voortdurend krijgt aangereikt en waarom zou hij die dan niet volgen? Eigenbelang dus. 

En hetzelfde zien we ook bij de vluchtelingenstroom die een dringend beroep doet op de economische hulp van de Europese landen. Er worden nauwelijks echte knopen doorgehakt om deze mensen enig perspectief te bieden. Ieder land vecht óf voor zijn eigen hachie, óf loopt als een mak schaap achter de ander aan en . . . zo modderen we maar door.

Toch willen de teksten en de goede bedoelingen die we via de media frequent van diezelfde leiders te horen krijgen, ons doen geloven dat ze er voor ons en onze kinderen zijn en er alles aan doen om onze belangen goed en respectvol te behartigen. Ze zijn er voor de gewone mensen dus . . . . en gij geleuft dat? Laat me niet lachen! Waar komen dan al die schandalen, misstanden en persoonlijke verrijkingen vandaan, als ze het zo druk hebben met onze belangen en het goed met ons vóór hebben?

De ondemocratische meerderheid
De tekst ‘meerderheid’ klinkt democratisch, maar is misleidend en leidt in de praktijk tot middelmatigheid en om de hete brei heen draaien. Polderen noemen we dat in goed Nederlands en dat leidt tot verdunning en verzwakking van onder andere de besluitvorming. De consequenties van deze middelmatigheid zorgt ervoor, dat wij het wel uit ons hoofd laten om ‘gezamenlijk onze schouders eronder te zetten’. Het gedrag en de voorbeeldfunctie van onze leiders nodigt niemand uit tot jezelf overstijgen of het onmogelijke, toch mogelijk maken. 

Ook, wanneer je tenminste met een open vizier en eerlijk luistert en kijkt naar wat de slogan ‘de meerderheid beslist’ aan het eind werkelijk heeft opgeleverd, zie je dat slechts een heel klein en bevoorrecht deel van die mensheid er de vruchten van plukt. Het merendeel, ondanks goed verkopende retoriek, blijft van de vruchten verstoken en moeten zich met de leftovers tevreden stellen.

Maar willen we dat en gaan we daar maar eindeloos mee door of gooien we het roer eindelijk om en nóg belangrijker . . . .  hoe doen we dat? Hoe creëren we een democratie die door een minderheid bestuurd wordt? Wat voor een minderheid en hoe veilig en betrouwbaar zijn die mannen en/of vrouwen die ons welzijn en welbevinden inhoud en betekenis mogen geven?

Samen de brug bouwen terwijl we er overheen lopen
Dit zijn vragen die ons als samenleving uitnodigen om te komen tot een serieuze beschouwing en reflectie over een dergelijke belangrijke en grote stap, want met zo’n vorm van democratie hebben we immers nog nooit geoefend. We hebben eigenlijk geen idee hoe we dat denken aan te pakken.

Dat wil echter niet zeggen, dat het ons als amateurs er niet van hoeft te weerhouden om toch te proberen de eerste stappen naar zo’n economie toe te zetten.

Met je alleen maar afzetten tegen het oude, niet meer werkende meerderheidssysteem en geen nieuw perspectief bieden, komen we niet veel verder en dat past ook niet bij wat we met deze nieuwe economie willen. Daarom, om een serieuze voorzet voor deze enorme uitdaging te geven, wordt ons gevraagd om met elkaar de brug te bouwen terwijl we er overheen lopen. Dat is heel andere koek en naast risicovol, ook behoorlijk spannend en aantrekkelijk. We creëren immers iets wat er voorheen nog nooit geweest is!

Zo’n eerste stap kan bijvoorbeeld zijn, om welvaart nu echt uit te breiden naar welzijn en dus niet steevast de economische belangen ten koste van de mens voorrang te verlenen. We willen immers een economie waarin vooral de mens en zijn of haar welbevinden centraal staat. Dat kan als we bijvoorbeeld gedogen voor orde inruilen, een orde met heldere en door iedereen begrepen richtlijnen, waardoor we weten hoe we ons tot elkaar en deze richtlijnen dienen te verhouden. Ons wordt gevraagd, controle en vrijheid beperkende regelgeving in te ruilen voor vertrouwen en zelf verantwoording nemen, maar hierover later méér.

De uitgangspunten van deze minderheidsdemocratie zijn, vrijheid en vertrouwen voor iedereen . . . . tot het tegendeel bewezen wordt.

Wanneer iemand de vrijheid van een ander toch geweld aandoet of het vertrouwen beschaamt, volgt geen straf of vrijheidsberoving, maar wordt de overtreder gedwongen om zich te scholen en te ontwikkelen. Het doel daarvan is tekort aan kennis en inzicht aanvullen en hem of haar herinneren aan waar het ons in deze nieuwe samenleving ook alweer om te doen is, namelijk niet alleen vrijheid voor hem of haar, maar vrijheid voor iedereen en dat vraagt soms om een stapje terug en persoonlijke offers!

Wat de minderheid van haar leiders vraagt
Een bijzondere taak en uitdaging rust op de schouders van de leiders, het gezicht en de vertolkers van ons als minderheid. Ze hebben in hun bestaan en maatschappelijke loopbaan geleerd en vooral praktisch bewezen, hun doorleefde wijsheid te kunnen koppelen aan een goed werkend onderscheidingsvermogen, de brug tussen hoofd en hart. De vele beslissingen waar ze voor staan, worden afgewogen tegen een principe dat we op grote schaal en met succes ook in de natuur terugvinden. Afhankelijk van waarvoor moet worden gekozen, wegen ze die af tegen het natuurlijke principe van ‘of voedsel zijn of zelf gevoed worden’. Méér smaken zijn er niet!

De kwaliteit van samenleven - ons aller zo uitdrukkelijk geprezen welzijn - wordt in deze nieuwe samenleving onderbouwd door een shift in de mindset van haar bewoners, onze manier van denken over respectvol met elkaar samenleven. Deze shift zou bijvoorbeeld kunnen zijn, het verschuiven: 

  • van onderhuids en sluipend aanzetten tot eigenbelang, naar met open vizier stimuleren van samenwerken en gemeenschappelijk belang. Het denken in eigenbelang leidt vroeg of laat tot egocentrisch gedrag en staat op gespannen voet met samenwerken.  
  • van een overlever met een zwakke en afhankelijke houding en gedrag, naar een mens die zelf zijn of haar leven vormgeeft, die persoonlijke keuzen maakt en beslissingen durft te nemen.
  • van een hulpbehoevend mens, die van steun en hulp van andere afhankelijk is, naar een aanbieder die zijn of haar talenten en unieke bijdragen met de wereld om hem heen deelt.
  • van een brave en volgzame burger en belastingbetaler, naar een goed afgestemd en invoelend medemens die meebouwt en een eigen creatief geluid laat horen.
  • van een hard en noest werkende medewerker, naar een flexibele en inventieve medespeler.
  • van een mens die gebukt gaat en lijdt onder zijn of haar bestaan, naar een mens die het leven omarmt en viert.

Zoals reeds eerder gezegd, is veruit het belangrijkste uitgangspunt van de nieuwe democratie van de minderheid, de fundamentele vrijheid van ieder individu. Let wel, vrijheid waar verantwoordelijkheid als een Siamese tweeling aan is gekoppeld. Het zijn de twee keerzijden van één en dezelfde medaille!

Niet een soort verantwoordelijkheid als holle kreet zonder enige inhoud of betekenis, maar verantwoordelijkheid in de zin van jouw antwoord op de vragen die je in de rol van medevormgever van deze nieuwe samenleving gesteld worden. Deze vragen zijn: 

  • Waarop geef jij antwoord?
  • Waar ben je voor bedoeld?
  • Wat draag je bij aan dit collectieve spel?

Het spel waar we allen aan deelnemen
De democratie van de minderheid kent ongeveer dezelfde disciplines als van de oude democratie, waarvan de uitgangspunten echter enorm verschillen.  

  • Het onderwijs dat we onze jeugd aanbieden. De basis van het onderwijs gaat uit van verwondering. Het leren oog hebben voor en waarderen van schoonheid, overvloed en het mysterie van alles wat leeft en groeit. Hieruit, afgestemd op ieders uniciteit, aanleg en talent, volgen de andere vakken en leergebieden, waar de leerling zich voor zijn of haar rol later, mee mag verrijken.
  • De gezondheidszorg die we iedere medevormgever aanbieden. Die gaat als grondhouding en mindset uit van gezondheid in plaats van ziekten. Wat of wie ziek is, beter maken, daar gaat het om! We stoppen met dweilen met de kraan open en ons als melkkoetjes zoveel mogelijk medicijnen laten voorschrijven.        
    In plaats van adverteren en aanprijzen van dubieuze en soms zelfs ronduit ziekmakende voedings- of geneesmiddelen en diensten met niet te begrijpen coderingen en onleesbare teksten, stimuleren en investeren we in vakmanschap. Hierdoor ontstaat er breed gedragen oog voor kwaliteit en zal het onontbeerlijke vertrouwen in de door de markt geleverde en aangeboden goederen en diensten, zich kunnen herstellen.
  • De kunst en wetenschap die ons als samenleving ten deel valt, gaat als basis en grondhouding uit van creativiteit en van niet-weten, waarbij de drie eerder gestelde vragen ook hier op de achtergrond uitdrukkelijk meespelen. Daardoor wordt de vrijblijvende kunstenaar een zinvolle en verrassende vertolker van een uitdagende toekomst. En de aan de economie gelieerde wetenschapper, wordt een onpartijdige en trouw aan zichzelf blijvende vorser die deze toekomst praktisch inhoud en betekenis mag geven.

Alle economische belangen waar de leiders van deze nieuwe samenleving zich met elan voor inzetten, komen in het licht van de drie eerdere vragen, ten goede aan een zo groot mogelijke groep mensen, in plaats van zoals nu aan een paar elitaire begunstigden. Welzijn en niet welvaart staat immers centraal!

Schuld en boete
Misschien wel het meest belangrijke dat in de nieuwe economie verandert, speelt zich grotendeels onderhuids af. Het oude systeem, wanneer het om de bijdrage en inzet van de gewone man gaat, behandelt hem of haar onder het mom van keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid, als aanstichter en soms zelfs als schuldige. Een schuldige die bij overtreding van wat hem wordt voorgeschreven, moet boeten voor zijn gedrag. Ook hier weer hetzelfde; je laat het wel uit je hoofd om eigen initiatief te tonen als je het risico loopt ervoor te worden bestraft.

Niet de producenten en ontwerpers, de mensen achter de producten en/of diensten worden verplicht om goederen veilig, duurzaam en gezond aan te bieden en te verkopen, maar wij als argeloze gebruikers moeten als experts kiezen uit alles wat zij op de markt mogen brengen. Een omgekeerde wereld en om de ernst en de diepgaande consequentie ervan helder te maken, geef ik een paar voorbeelden.

Als bijvoorbeeld de auto- en vliegtuigfabrikanten op grote schaal vervuilende verbrandingsmotoren leveren (diesel, benzine, kerosine en gas), wordt de man in de straat aangesproken op zuinig gedrag. Liever niet of ga minder vliegen en waarom niet de fiets in plaats van de auto nemen, want dat is goed voor het milieu, zeggen de gezagsdragers. Niet de fabrikanten worden op zuinig en respectvol met het milieu omgaan aangesproken, maar wij als gebruikers moeten voor hun waanzinnig gedrag opdraaien. Wij als weggebruikers moeten 50, 80, 110, 120, 130, 70 rijden, terwijl de auto’s met almaar snellere en beter accelererende motoren worden uitgerust. Wij betalen de bekeuringen omdat het systeem zegt, dat we schuldig zijn en de fabrikanten verdienen en gaan vrijuit!

En dezelfde gekte speelt zich ook af bij de levensmiddelen die we dagelijks bij de supermarkt kopen. De fabrikanten ervan worden toegestaan alle mogelijke verwarrende en soms zelfs ronduit misleidende teksten en normeringen op hun waren te vermelden en wij als leken worden iedere dag verplicht onze weg door dit misleidende oerwoud heen te vinden. Je moet ervoor gestudeerd hebben om er iets van de begrijpen.

De economie van de minderheid stelt zich tot doel om dit patroon om te draaien en spreekt de producenten waar deze artikelen en/of diensten feitelijk worden ontwikkeld en gemaakt aan, op wat ze aan ons leveren. Daar is meer moed en overredingskracht voor nodig, dan de gemakshalve de verantwoording op de consument afwenden en hem of haar knechten en ermee lastig te vallen.

Niet wij moeten doorlopend met oud papier, witte of groene flessen slepen en verplicht worden ze te scheiden, maar de fabrikant moet erop worden aangesproken. Hij dient over zijn werkwijze en productiemethode na te denken, hoe bijvoorbeeld te recyclen en hoe hij zich met duurzaamheid uiteen denkt te zetten.

Misschien nóg scherper verwoord: Ieder mens en dus ook de consument, is een fundamenteel vrij mens die wat hij in goed vertrouwen aanschaft, naar behoren naleeft. Niet de consument heeft schuld en moet beboet worden, maar de leverancier dient zijn leven te beteren. Die kent alle ins en outs van wat hij op de markt brengt, niet de consument. Waar de nieuwe economie de leveranciers met klem op aanspreekt, is het onmisbare vertrouwen van ons als consument weer terugwinnen!

Het hele schuld en boete idee in de economie van de minderheid gaat trouwens sowieso op de schop. Het voorstel van een aantal vooraanstaande Amerikaanse ondernemers, spreekt me in dit verband erg aan. Zij stellen bijvoorbeeld voor om het VW-schandaal op een veel creatievere en inventievere manier op te lossen. ‘Laat de vervuilende auto’s in plaats van ze te repareren en aan te passen, rijden en verplicht het Volkswagenconcern de vele miljarden die ze daaraan kwijt zouden zijn, in het ontwikkelen van schone, het liefst elektrische motoren te stoppen.’

Een echte ondernemersoplossing, die in plaats van de economie verzwakt en aantast, er een enorme versnelling aan geeft, met mogelijk grote mondiale consequenties!

Naast sterkte ook oog en zorg voor de minder bedeelden
Maar een democratie is geen echte democratie zonder plaats en ruimte voor de kwetsbare hulpbehoevenden. In de democratie van de minderheid hebben we geleerd niet-menswaardig medelijden te transformeren naar compassie en empathie en dat gaat een flinke slag dieper. Want als leven en bijdragen volgens de visie en opvatting van deze nieuwe samenleving, bedoeld is om van te leren en van te genieten, dan kan het niet zo zijn dat de minder bedeelde medemens daar in ditzelfde leven van verstoten blijft of er onder lijdt. De vraag die bij aangeboden hulp en steun steeds actueel is en beantwoord moet worden, is:  

Hoe behoudt deze mens zijn of haar waardigheid en trots?

Wel of niet politiek
Of de politieke spelers in dit open en kwetsbare veld nog geïnteresseerd en nodig zijn, weet ik niet. De toekomst zal het leren. De belangrijkste vraag die zij zichzelf moeten stellen, voordat ze aan de volstrekt andere taken beginnen, is: Kan ik omgaan met en ben ik van waarde voor mensen die echt zelfsturend zijn en de kracht en de macht bij en in zichzelf ontwikkeld hebben? Durf ik de pseudo-macht van het oude politieke systeem los te laten en mijn krachten en talenten aan de minderheid toe te vertrouwen?

 

 


Reactie toevoegen



Om veiligheidsredenen vragen wij u de letters van het onderstaande plaatje over te nemen *